De Nederlandse luchtvaart is een internationaal opererende bedrijfstak, voor twee-derde afhankelijk van buitenlandse inkomsten die in Nederland werkgelegenheid brengen. Dit maakt het vervoer door de lucht, met name de luchtvracht, extra gevoelig voor internationale conjuncturele golven zoals de kredietcrisis uit 2008. Ook heeft de luchtvaart te kampen met gebeurtenissen elders in de wereld die hun doorwerking hebben op het luchtverkeer, zoals de 9/11 aanslagen in 2001 en de vulkaanuitbarsting in IJsland in 2010. Het luchtverkeer heeft bij dit soort internationale gebeurtenissen niet alleen te maken met plotselinge vraaguitval, maar veelal ook met sterk stijgende kosten van tijdelijke noodmaatregelen. In de luchtvaartindustrie heeft de kredietcrisis een heel andere uitwerking. In het vliegtuigonderhoud komen vliegtuigen juist eerst versneld in onderhoud waarbij daarna de onderhoudscyclus zich verlengt. Bij de vliegtuigbouw is er sprake van jarenlange orderportefeuilles en werkt de crisis langzamer door.