Nederland ontleent het grote aantal luchtverbindingen aan de hubfunctie van de luchthaven Schiphol, die de vierde passagiersluchthaven is in Europa en nummer 16 op de wereldranglijst. Vooral voor internationale, kennisintensieve bedrijven en dienstverleners in de Amsterdamse regio is dit verbindingennetwerk belangrijk. Hierdoor maakt de luchtvaart veel werkgelegenheid mogelijk in andere sectoren, de zogenaamde katalytische werkgelegenheid.
Ook de combinatie van luchtvracht en passagiersstromen is voor het net van intercontinentale luchtverbindingen van groot belang. Schiphol is de derde vrachtluchthaven in Europa, gespecialiseerd in de afhandeling van sierteelt, hightech elektronica, health care, fashion, chemische producten, optische instrumenten en van onderdelen voor de automotive- en luchtvaartindustrie voor ongeveer achthonderd Europese distributiecentra in Nederland. De luchtvracht van en naar Nederland is minder footloose dan de goederenstromen naar de concurrerende buitenlandse mainports. Dat komt vooral omdat bijvoorbeeld de sierteeltstroom is gekoppeld aan de aanwezigheid van de bloemenveiling.
De grafiek laat zien dat ruwweg iedere 5,1 vliegtuigbewegingen (start of landing) overeen komen met één voltijdsbaan op de luchthaven. Dat deze relatie historisch gezien zo stabiel is komt omdat iedere vliegtuigbeweging al jaren een vrijwel vaste hoeveelheid werk oplevert aan begeleiding en afhandeling van processen op de grond en in de lucht: ieder vliegtuig dient bijvoorbeeld nog steeds te worden aangekoppeld, afgekoppeld, geserviced en bijgetankt.